1.561 Landivisiau

blader omlaag

Vandaag begint nat en aan het eind gaan we nat. Geen grote buien maar het miezert wel gestaag door.


 
Ik rij al een paar dagen rond met een visioen van een ridder die zijn paard de sporen geeft langs de branding van de oceaan. Vraag me niet waarom maar dat wil ik ook. En telkens als ik een kustlijn denk te zien waar dat zou kunnen zijn we er al voorbij. Tot vanmorgen; we dalen straf af op een helling van ruim 10% als zich aan de andere kant van het douchegordijn een fantastisch brede baai met een enorm strand presenteert. Die moet ik hebben vertel ik Durk over de intercom. En voordat hij de kans krijgt om tegen te stribbelen stuur ik mijn voorwiel door het rulle zand richting branding. Na een kort fotomoment en een reddingsaktie van Durk om te voorkomen dat het strand zijn motorfiets verzwelgt knallen we samen langs de branding. Met een kwieke draai met de rechterpols laat je, fier staande op de stepjes, alle brute kracht die je fiets rijk is los op het achterwiel. De zilte wind waait door mijn vizier, mijn neus wordt gestreeld door de pregnante geur van zeewier en plots is alles helder. Hier komen twee passies bij elkaar; mijn innige liefde voor de zee en de brullende paardekrachten van een fraaie motorfiets. Dit was een moment dat telt.

IMG_4193
 
Later in de middag laat de zon zich zien en vergapen we ons meerdere keren aan de fantastische kusten van Bretagne. De wit schuimkoppende branding van de oceaan en de onwerkelijke rotspartijen stelen doorlopend de show. Je kan wel blijven fotograferen. Helaas kun je het leven niet inlijsten zoals het tot je komt. Daarom nemen we er soms de tijd voor om alles flink in ons op te snuiven.


 
Dat gold in het geheel niet voor Brest. Een deprimerende bouwput die niet in het Bretonse plaatje lijkt te passen. We sturen onze fietsen er zo snel mogelijk doorheen. Dat wil zeggen tot het moment dat mijn motor ook opeens zijdelings gaat bewegen. Het lijkt een eeuwigheid te duren vooraleer ik ongeschonden tot stilstand kom. Inmiddels zit er geen zuchtje lucht meer in mijn achterband. Later zou blijken dat Brest met een lelijke spijker mijn binnenband acuut onbruikbaar heeft gemaakt.

Stoer en gewapend met de meegezeulde gereedschappen gaan we aan de slag. Het wiel eruit, de band eraf en alles onder druk van het verdwijnende daglicht. Zelfs na het inroepen van Nederlandse hulplijnen klaren we de klus echter niet. Dat wordt dus kleur bekennen en bellen met de KNMV om hulp. Die komt gelukkig snel in de vorm van een alleraardigste franse autogaragemijnheer die mijn fiets met een busje naar de bewoonde wereld brengt. We spreken af om morgenochtend iemand te zoeken die ons met de band kan helpen.


 
Na een spannende tocht met alle bagage en twee manspersonen op 1 zwoegende motor weten we uiteindelijk een hotelkamer te bemachtigen. Van eten is vanavond niets gekomen en als het niet aan die alleraardigste Zuidafrikaanse hotelreceptioniste had gelegen hadden we in het park bij de zwervers moeten slapen. Alle kamers in de wijde omtrek waren bezet door bejaarde golfers. Gelukkig vindt zij voor ons in een naburig hotel nog plek.

Dat wordt een korte nacht.

1 Reactie

Gesloten voor reacties